Alle vervoegingen van het werkwoord nemen

infinitivus - infinitief infinitive
nemen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • neem
 
  • neem jij/je?
jij, je
  • neemt
u
  • neemt
hij
zij, ze
het
men
  • neemt
zij, ze
wij, we
jullie
  • nemen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • nam
zij, ze
wij, we
jullie
  • namen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • genomen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • nemend
vertaling english translation
  • to take
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aannemen
  • neem aan
  • neemt aan
  • nam aan
  • namen aan
aangenomen
afnemen
  • neem af
  • neemt af
  • nam af
  • namen af
afgenomen
beetnemen
  • neem beet
  • neemt beet
  • nam beet
  • namen beet
beetgenomen
bijnemen
  • neem bij
  • neemt bij
  • nam bij
  • namen bij
bijgenomen
deelnemen
  • neem deel
  • neemt deel
  • nam deel
  • namen deel
deelgenomen
doornemen
  • neem door
  • neemt door
  • nam door
  • namen door
doorgenomen
gevangennemen
  • neem gevangen
  • neemt gevangen
  • nam gevangen
  • namen gevangen
gevangengenomen
  • to imprison
  • to arrest
innemen
  • neem in
  • neemt in
  • nam in
  • namen in
ingenomen
kennisnemen
  • neem kennis
  • neemt kennis
  • nam kennis
  • namen kennis
kennisgenomen
meenemen
  • neem mee
  • neemt mee
  • nam mee
  • namen mee
meegenomen
opnemen
  • neem op
  • neemt op
  • nam op
  • namen op
opgenomen
overnemen
  • neem over
  • neemt over
  • nam over
  • namen over
overgenomen
plaatsnemen
  • neem plaats
  • neemt plaats
  • nam plaats
  • namen plaats
plaatsgenomen
samennemen
  • neem samen
  • neemt samen
  • nam samen
  • namen samen
samengenomen
terugnemen
  • neem terug
  • neemt terug
  • nam terug
  • namen terug
teruggenomen
toenemen
  • neem toe
  • neemt toe
  • nam toe
  • namen toe
toegenomen
uitnemen
  • neem uit
  • neemt uit
  • nam uit
  • namen uit
uitgenomen
voornemen
  • neem voor
  • neemt voor
  • nam voor
  • namen voor
voorgenomen
waarnemen
  • neem waar
  • neemt waar
  • nam waar
  • namen waar
waargenomen
wegnemen
  • neem weg
  • neemt weg
  • nam weg
  • namen weg
weggenomen
bijeennemen
  • neem bijeen
  • neemt bijeen
  • nam bijeen
  • namen bijeen
bijeengenomen
losnemen
  • neem los
  • neemt los
  • nam los
  • namen los
losgenomen
vastnemen
  • neem vast
  • neemt vast
  • nam vast
  • namen vast
vastgenomen