Alle vervoegingen van het werkwoord bidden

infinitivus - infinitiefinfinitive
bidden
Bol.com Outlet
Bol.com Algemeen
presens - tegenwoordige tijdpresent tense
ik
  • bid
 
  • bid jij/je?
jij, je
  • bidt
u
  • bidt
hij
zij, ze
het
men
  • bidt
zij, ze
wij, we
jullie
  • bidden
imperfectum - verleden tijdpast tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • bad
zij, ze
wij, we
jullie
  • baden
participium - voltooid deelwoordpast participle
  • gebeden
participium praesentis - onvoltooid deelwoordpresent participle
  • biddend
vertalingenglish translation
  • to pray
infinitivusinfinitief
infinitive
presenstegenwoordige tijd
present tense
imperfectumverleden tijd
past tense
participiumvoltooid deelwoord
past participle
vertalingengelse vertaling
english translation
aanbidden
  • bid aan
  • bidt aan
  • bad aan
  • baden aan
aanbeden
  • to worship
  • to adore
afbidden
  • bid af
  • bidt af
  • bad af
  • baden af
afgebeden
    meebidden
    • bid mee
    • bidt mee
    • bad mee
    • baden mee
    meegebeden
      voorbidden
      • bid voor
      • bidt voor
      • bad voor
      • baden voor
      voorgebeden