onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord bidden
infinitivus
- infinitief
infinitive
bidden
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
bid
bid jij/je?
jij, je
bidt
u
bidt
hij
zij, ze
het
men
bidt
zij, ze
wij, we
jullie
bidden