Alle vervoegingen van het werkwoord dringen

infinitivus - infinitief infinitive
dringen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • dring
 
  • dring jij/je?
jij, je
  • dringt
u
  • dringt
hij
zij, ze
het
men
  • dringt
zij, ze
wij, we
jullie
  • dringen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • drong
zij, ze
wij, we
jullie
  • drongen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedrongen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • dringend
vertaling english translation
  • to push
  • to hurry
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aandringen
  • dring aan
  • dringt aan
  • drong aan
  • drongen aan
aangedrongen
binnendringen
  • dring binnen
  • dringt binnen
  • drong binnen
  • drongen binnen
binnengedrongen
doordringen
  • dring door
  • dringt door
  • drong door
  • drongen door
doorgedrongen
indringen
  • dring in
  • dringt in
  • drong in
  • drongen in
ingedrongen
opdringen
  • dring op
  • dringt op
  • drong op
  • drongen op
opgedrongen
opeendringen
  • dring opeen
  • dringt opeen
  • drong opeen
  • drongen opeen
opeengedrongen
samendringen
  • dring samen
  • dringt samen
  • drong samen
  • drongen samen
samengedrongen
terugdringen
  • dring terug
  • dringt terug
  • drong terug
  • drongen terug
teruggedrongen
voordringen
  • dring voor
  • dringt voor
  • drong voor
  • drongen voor
voorgedrongen
wegdringen
  • dring weg
  • dringt weg
  • drong weg
  • drongen weg
weggedrongen