Alle vervoegingen van het werkwoord duiken

infinitivus - infinitief infinitive
duiken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • duik
 
  • duik jij/je?
jij, je
  • duikt
u
  • duikt
hij
zij, ze
het
men
  • duikt
zij, ze
wij, we
jullie
  • duiken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dook
zij, ze
wij, we
jullie
  • doken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedoken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • duikend
vertaling english translation
  • to dive
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
onderduiken
  • duik onder
  • duikt onder
  • dook onder
  • doken onder
ondergedoken
opduiken
  • duik op
  • duikt op
  • dook op
  • doken op
opgedoken
wegduiken
  • duik weg
  • duikt weg
  • dook weg
  • doken weg
weggedoken
ineenduiken
  • duik ineen
  • duikt ineen
  • dook ineen
  • doken ineen
ineengedoken