Alle vervoegingen van het werkwoord ineenduiken

infinitivus - infinitief infinitive
ineenduiken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • duik ineen
 
  • duik ineen jij/je?
jij, je
  • duikt ineen
u
  • duikt ineen
hij
zij, ze
het
men
  • duikt ineen
zij, ze
wij, we
jullie
  • duiken ineen
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • ineenduik
dat jij, je
  • ineenduikt
dat u
  • ineenduikt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • ineenduikt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • ineenduiken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dook ineen
zij, ze
wij, we
jullie
  • doken ineen
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • ineendook
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • ineendoken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ineengedoken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ineenduikend