Alle vervoegingen van het werkwoord delven

infinitivus - infinitief infinitive
delven
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • delf
 
  • delf jij/je?
jij, je
  • delft
u
  • delft
hij
zij, ze
het
men
  • delft
zij, ze
wij, we
jullie
  • delven
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dolf
  • delfde
zij, ze
wij, we
jullie
  • dolven
  • delfden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedolven
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • delvend
vertaling english translation
  • to dig up
  • to excavate
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
opdelven
  • delf op
  • delft op
  • dolf op
  • dolven op
opgedolven
uitdelven
  • delf uit
  • delft uit
  • dolf uit
  • dolven uit
uitgedolven