Alle vervoegingen van het werkwoord terugvragen

infinitivus - infinitief infinitive
terugvragen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vraag terug
 
  • vraag terug jij/je?
jij, je
  • vraagt terug
u
  • vraagt terug
hij
zij, ze
het
men
  • vraagt terug
zij, ze
wij, we
jullie
  • vragen terug
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • terugvraag
dat jij, je
  • terugvraagt
dat u
  • terugvraagt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • terugvraagt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • terugvragen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vroeg terug
  • vraagde terug
zij, ze
wij, we
jullie
  • vroegen terug
  • vraagden terug
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • terugvroeg
  • terugvraagde
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • terugvroegen
  • terugvraagden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • teruggevraagd
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • terugvragend
vertaling english translation
  • to ask back