Alle vervoegingen van het werkwoord laden

infinitivus - infinitief infinitive
laden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • laad
 
  • laad jij/je?
jij, je
  • laadt
u
  • laadt
hij
zij, ze
het
men
  • laadt
zij, ze
wij, we
jullie
  • laden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • laadde
zij, ze
wij, we
jullie
  • laadden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • geladen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ladend
vertaling english translation
  • to load
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
opladen
  • laad op
  • laadt op
  • laadde op
  • laadden op
opgeladen
  • to recharge
aanladen
  • laad aan
  • laadt aan
  • laadde aan
  • laadden aan
aangeladen
afladen
  • laad af
  • laadt af
  • laadde af
  • laadden af
afgeladen
bijladen
  • laad bij
  • laadt bij
  • laadde bij
  • laadden bij
bijgeladen
doorladen
  • laad door
  • laadt door
  • laadde door
  • laadden door
doorgeladen
inladen
  • laad in
  • laadt in
  • laadde in
  • laadden in
ingeladen
overladen
  • laad over
  • laadt over
  • laadde over
  • laadden over
overgeladen
uitladen
  • laad uit
  • laadt uit
  • laadde uit
  • laadden uit
uitgeladen
volladen
  • laad vol
  • laadt vol
  • laadde vol
  • laadden vol
volgeladen