Alle vervoegingen van het werkwoord hongerlijden

infinitivus - infinitief infinitive
hongerlijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • lijd honger
 
  • lijd honger jij/je?
jij, je
  • lijdt honger
u
  • lijdt honger
hij
zij, ze
het
men
  • lijdt honger
zij, ze
wij, we
jullie
  • lijden honger
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • hongerlijd
dat jij, je
  • hongerlijdt
dat u
  • hongerlijdt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • hongerlijdt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • hongerlijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • leed honger
zij, ze
wij, we
jullie
  • leden honger
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • hongerleed
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • hongerleden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • hongergeleden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • hongerlijdend
vertaling english translation
  • to starve