Alle vervoegingen van het werkwoord diepvriezen

infinitivus - infinitief infinitive
diepvriezen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vries diep
 
  • vries diep jij/je?
jij, je
  • vriest diep
u
  • vriest diep
hij
zij, ze
het
men
  • vriest diep
zij, ze
wij, we
jullie
  • vriezen diep
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • diepvries
dat jij, je
  • diepvriest
dat u
  • diepvriest
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • diepvriest
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • diepvriezen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vroor diep
zij, ze
wij, we
jullie
  • vroren diep
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • diepvroor
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • diepvroren
participium - voltooid deelwoord past participle
  • diepgevroren
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • diepvriezend
vertaling english translation
  • to deep freeze