Alle vervoegingen van het werkwoord beliegen

infinitivus - infinitief infinitive
beliegen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • belieg
 
  • belieg jij/je?
jij, je
  • beliegt
u
  • beliegt
hij
zij, ze
het
men
  • beliegt
zij, ze
wij, we
jullie
  • beliegen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • beloog
zij, ze
wij, we
jullie
  • belogen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • belogen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • beliegend
vertaling english translation
  • to lie to
  • to be lied to