Alle vervoegingen van het werkwoord zwelgen

infinitivus - infinitief infinitive
zwelgen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • zwelg
 
  • zwelg jij/je?
jij, je
  • zwelgt
u
  • zwelgt
hij
zij, ze
het
men
  • zwelgt
zij, ze
wij, we
jullie
  • zwelgen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • zwolg
zij, ze
wij, we
jullie
  • zwolgen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gezwolgen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • zwelgend
vertaling english translation
  • to wallow