Alle vervoegingen van het werkwoord wegroepen

infinitivus - infinitief infinitive
wegroepen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • roep weg
 
  • roep weg jij/je?
jij, je
  • roept weg
u
  • roept weg
hij
zij, ze
het
men
  • roept weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • roepen weg
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • wegroep
dat jij, je
  • wegroept
dat u
  • wegroept
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegroept
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegroepen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • riep weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • riepen weg
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegriep
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegriepen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • weggeroepen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • wegroepend