Alle vervoegingen van het werkwoord wegbergen

infinitivus - infinitief infinitive
wegbergen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • berg weg
 
  • berg weg jij/je?
jij, je
  • bergt weg
u
  • bergt weg
hij
zij, ze
het
men
  • bergt weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • bergen weg
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • wegberg
dat jij, je
  • wegbergt
dat u
  • wegbergt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegbergt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegbergen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • borg weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • borgen weg
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegborg
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegborgen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • weggeborgen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • wegbergend
vertaling english translation
  • to stow away
  • to stash