Alle vervoegingen van het werkwoord voorhebben

infinitivus - infinitief infinitive
voorhebben

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	heb voor
	heb voor jij/je?
jij, je	hebt voor
u	heeft voor hebt voor
hij zij, ze het men	heeft voor hebt voor
zij, ze wij, we jullie	hebben voor

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	voorheb
dat jij, je	voorhebt
dat u	voorheeft voorhebt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	voorheeft
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	voorhebben

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	had voor
zij, ze wij, we jullie	hadden voor

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	voorhad
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	voorhadden

participium - voltooid deelwoord past participle
voorgehad

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
voorhebbend