Alle vervoegingen van het werkwoord vlechten

infinitivus - infinitief infinitive
vlechten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vlecht
 
  • vlecht jij/je?
jij, je
  • vlecht
u
  • vlecht
hij
zij, ze
het
men
  • vlecht
zij, ze
wij, we
jullie
  • vlechten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vlocht
zij, ze
wij, we
jullie
  • vlochten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gevlochten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vlechtend
vertaling english translation
  • to plait
  • to braid
  • to twine
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
doorvlechten
  • vlecht door
  • vlocht door
  • vlochten door
doorgevlochten
ineenvlechten
  • vlecht ineen
  • vlocht ineen
  • vlochten ineen
ineengevlochten
invlechten
  • vlecht in
  • vlocht in
  • vlochten in
ingevlochten
samenvlechten
  • vlecht samen
  • vlocht samen
  • vlochten samen
samengevlochten