Alle vervoegingen van het werkwoord verslinden

infinitivus - infinitief infinitive
verslinden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verslind
 
  • verslind jij/je?
jij, je
  • verslindt
u
  • verslindt
hij
zij, ze
het
men
  • verslindt
zij, ze
wij, we
jullie
  • verslinden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • verslond
zij, ze
wij, we
jullie
  • verslonden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • verslonden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • verslindend
vertaling english translation
  • to devour
  • to engorge