Alle vervoegingen van het werkwoord vergrijpen

infinitivus - infinitief infinitive
vergrijpen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vergrijp
 
  • vergrijp jij/je?
jij, je
  • vergrijpt
u
  • vergrijpt
hij
zij, ze
het
men
  • vergrijpt
zij, ze
wij, we
jullie
  • vergrijpen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vergreep
zij, ze
wij, we
jullie
  • vergrepen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • vergrepen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vergrijpend
vertaling english translation
  • to assault