Alle vervoegingen van het werkwoord verglijden

infinitivus - infinitief infinitive
verglijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verglij
  • verglijd
 
  • verglij jij/je?
  • verglijd jij/je?
jij, je
  • verglijdt
u
  • verglijdt
hij
zij, ze
het
men
  • verglijdt
zij, ze
wij, we
jullie
  • verglijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vergleed
zij, ze
wij, we
jullie
  • vergleden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • vergleden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • verglijdend
vertaling english translation
  • to slip into
  • to shift to