Alle vervoegingen van het werkwoord scheeflopen

infinitivus - infinitief infinitive
scheeflopen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	loop scheef
	loop scheef jij/je?
jij, je	loopt scheef
u	loopt scheef
hij zij, ze het men	loopt scheef
zij, ze wij, we jullie	lopen scheef

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	scheefloop
dat jij, je	scheefloopt
dat u	scheefloopt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	scheefloopt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	scheeflopen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	liep scheef
zij, ze wij, we jullie	liepen scheef

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	scheefliep
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	scheefliepen

participium - voltooid deelwoord past participle
scheefgelopen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
scheeflopend