onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord roepen
infinitivus
- infinitief
infinitive
roepen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
roep
roep jij/je?
jij, je
roept
u
roept
hij
zij, ze
het
men
roept
zij, ze
wij, we
jullie
roepen