Alle vervoegingen van het werkwoord platschieten

infinitivus - infinitief infinitive
platschieten

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	schiet plat
	schiet plat jij/je?
jij, je	schiet plat
u	schiet plat
hij zij, ze het men	schiet plat
zij, ze wij, we jullie	schieten plat

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	platschiet
dat jij, je	platschiet
dat u	platschiet
dat hij dat zij, ze dat het dat men	platschiet
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	platschieten

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	schoot plat
zij, ze wij, we jullie	schoten plat

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	platschoot
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	platschoten

participium - voltooid deelwoord past participle
platgeschoten

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
platschietend