Alle vervoegingen van het werkwoord platlopen

infinitivus - infinitief infinitive
platlopen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	loop plat
	loop plat jij/je?
jij, je	loopt plat
u	loopt plat
hij zij, ze het men	loopt plat
zij, ze wij, we jullie	lopen plat

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	platloop
dat jij, je	platloopt
dat u	platloopt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	platloopt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	platlopen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	liep plat
zij, ze wij, we jullie	liepen plat

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	platliep
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	platliepen

participium - voltooid deelwoord past participle
platgelopen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
platlopend