Alle vervoegingen van het werkwoord overwegen

infinitivus - infinitief infinitive
overwegen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • weeg over
 
  • weeg over jij/je?
jij, je
  • weegt over
u
  • weegt over
hij
zij, ze
het
men
  • weegt over
zij, ze
wij, we
jullie
  • wegen over
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • overweeg
dat jij, je
  • overweegt
dat u
  • overweegt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • overweegt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • overwegen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • woog over
zij, ze
wij, we
jullie
  • wogen over
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • overwoog
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • overwogen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • overgewogen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • overwegend
vertaling english translation
  • to consider