Alle vervoegingen van het werkwoord onderstaan

infinitivus - infinitief infinitive
onderstaan
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • sta onder
 
  • sta onder jij/je?
jij, je
  • staat onder
u
  • staat onder
hij
zij, ze
het
men
  • staat onder
zij, ze
wij, we
jullie
  • staan onder
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • ondersta
dat jij, je
  • onderstaat
dat u
  • onderstaat
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • onderstaat
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • onderstaan
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • stond onder
zij, ze
wij, we
jullie
  • stonden onder
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • onderstond
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • onderstonden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ondergestaan
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • onderstaand