Alle vervoegingen van het werkwoord onderspuiten

infinitivus - infinitief infinitive
onderspuiten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • spuit onder
 
  • spuit onder jij/je?
jij, je
  • spuit onder
u
  • spuit onder
hij
zij, ze
het
men
  • spuit onder
zij, ze
wij, we
jullie
  • spuiten onder
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • onderspuit
dat jij, je
  • onderspuit
dat u
  • onderspuit
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • onderspuit
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • onderspuiten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • spoot onder
zij, ze
wij, we
jullie
  • spoten onder
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • onderspoot
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • onderspoten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ondergespoten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • onderspuitend