Alle vervoegingen van het werkwoord naroepen

infinitivus - infinitief infinitive
naroepen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	roep na
	roep na jij/je?
jij, je	roept na
u	roept na
hij zij, ze het men	roept na
zij, ze wij, we jullie	roepen na

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	naroep
dat jij, je	naroept
dat u	naroept
dat hij dat zij, ze dat het dat men	naroept
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	naroepen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	riep na
zij, ze wij, we jullie	riepen na

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	nariep
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	nariepen

participium - voltooid deelwoord past participle
nageroepen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
naroepend