onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord miszeggen
infinitivus
- infinitief
infinitive
miszeggen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
miszeg
miszeg jij/je?
jij, je
miszegt
u
miszegt
hij
zij, ze
het
men
miszegt
zij, ze
wij, we
jullie
miszeggen