Tegenwoordige tijd van het werkwoord meeontwerpen

infinitivus - infinitief infinitive
meeontwerpen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ontwerp mee
 
  • ontwerp mee jij/je?
jij, je
  • ontwerpt mee
u
  • ontwerpt mee
hij
zij, ze
het
men
  • ontwerpt mee
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontwerpen mee
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • meeontwerp
dat jij, je
  • meeontwerpt
dat u
  • meeontwerpt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • meeontwerpt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • meeontwerpen