Alle vervoegingen van het werkwoord losbarsten

infinitivus - infinitief infinitive
losbarsten

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	barst los
	barst los jij/je?
jij, je	barst los
u	barst los
hij zij, ze het men	barst los
zij, ze wij, we jullie	barsten los

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	losbarst
dat jij, je	losbarst
dat u	losbarst
dat hij dat zij, ze dat het dat men	losbarst
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	losbarsten

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	barstte los
zij, ze wij, we jullie	barstten los

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	losbarstte
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	losbarstten

participium - voltooid deelwoord past participle
losgebarsten

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
losbarstend