Alle vervoegingen van het werkwoord leegeten

infinitivus - infinitief infinitive
leegeten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • eet leeg
 
  • eet leeg jij/je?
jij, je
  • eet leeg
u
  • eet leeg
hij
zij, ze
het
men
  • eet leeg
zij, ze
wij, we
jullie
  • eten leeg
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • leegeet
dat jij, je
  • leegeet
dat u
  • leegeet
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • leegeet
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • leegeten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • at leeg
zij, ze
wij, we
jullie
  • aten leeg
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • leegat
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • leegaten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • leeggegeten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • leegetend