onregelmatige
werkwoorden
.nl
Verleden tijd van het werkwoord jagen
infinitivus
- infinitief
infinitive
jagen
imperfectum
- verleden tijd
past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
joeg
jaagde
zij, ze
wij, we
jullie
joegen
jaagden