Alle vervoegingen van het werkwoord houwen

infinitivus - infinitief infinitive
houwen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • houw
 
  • houw jij/je?
jij, je
  • houwt
u
  • houwt
hij
zij, ze
het
men
  • houwt
zij, ze
wij, we
jullie
  • houwen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • hieuw
zij, ze
wij, we
jullie
  • hieuwen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gehouwen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • houwend
vertaling english translation
  • to hew
  • to hack
  • to sculpt
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afhouwen
  • houw af
  • houwt af
  • hieuw af
  • hieuwen af
afgehouwen
inhouwen
  • houw in
  • houwt in
  • hieuw in
  • hieuwen in
ingehouwen
omhouwen
  • houw om
  • houwt om
  • hieuw om
  • hieuwen om
omgehouwen
uithouwen
  • houw uit
  • houwt uit
  • hieuw uit
  • hieuwen uit
uitgehouwen