Alle vervoegingen van het werkwoord glimmen

infinitivus - infinitief infinitive
glimmen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • glim
 
  • glim jij/je?
jij, je
  • glimt
u
  • glimt
hij
zij, ze
het
men
  • glimt
zij, ze
wij, we
jullie
  • glimmen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • glom
zij, ze
wij, we
jullie
  • glommen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • geglommen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • glimmend
vertaling english translation
  • to shine