Alle vervoegingen van het werkwoord gladstrijken

infinitivus - infinitief infinitive
gladstrijken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • strijk glad
 
  • strijk glad jij/je?
jij, je
  • strijkt glad
u
  • strijkt glad
hij
zij, ze
het
men
  • strijkt glad
zij, ze
wij, we
jullie
  • strijken glad
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • gladstrijk
dat jij, je
  • gladstrijkt
dat u
  • gladstrijkt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • gladstrijkt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • gladstrijken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • streek glad
zij, ze
wij, we
jullie
  • streken glad
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • gladstreek
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • gladstreken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gladgestreken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • gladstrijkend