Tegenwoordige tijd van het werkwoord geheimhouden

infinitivus - infinitief infinitive
geheimhouden

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	hou geheim houd geheim
	hou geheim jij/je? houd geheim jij/je?
jij, je	houdt geheim
u	houdt geheim
hij zij, ze het men	houdt geheim
zij, ze wij, we jullie	houden geheim

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	geheimhou geheimhoud
dat jij, je	geheimhoudt
dat u	geheimhoudt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	geheimhoudt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	geheimhouden