Alle vervoegingen van het werkwoord doorverwijzen

infinitivus - infinitief infinitive
doorverwijzen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verwijs door
 
  • verwijs door jij/je?
jij, je
  • verwijst door
u
  • verwijst door
hij
zij, ze
het
men
  • verwijst door
zij, ze
wij, we
jullie
  • verwijzen door
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • doorverwijs
dat jij, je
  • doorverwijst
dat u
  • doorverwijst
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • doorverwijst
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • doorverwijzen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • verwees door
zij, ze
wij, we
jullie
  • verwezen door
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • doorverwees
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • doorverwezen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • doorverwezen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • doorverwijzend
vertaling english translation
  • to refer
  • to redirect