Alle vervoegingen van het werkwoord dichtvriezen

infinitivus - infinitief infinitive
dichtvriezen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	vries dicht
	vries dicht jij/je?
jij, je	vriest dicht
u	vriest dicht
hij zij, ze het men	vriest dicht
zij, ze wij, we jullie	vriezen dicht

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	dichtvries
dat jij, je	dichtvriest
dat u	dichtvriest
dat hij dat zij, ze dat het dat men	dichtvriest
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	dichtvriezen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	vroor dicht
zij, ze wij, we jullie	vroren dicht

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	dichtvroor
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	dichtvroren

participium - voltooid deelwoord past participle
dichtgevroren

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
dichtvriezend