Tegenwoordige tijd van het werkwoord brouwen

infinitivus - infinitiefinfinitive
brouwen
Bol.com Outlet
Bol.com Algemeen
presens - tegenwoordige tijdpresent tense
ik
  • brouw
 
  • brouw jij/je?
jij, je
  • brouwt
u
  • brouwt
hij
zij, ze
het
men
  • brouwt
zij, ze
wij, we
jullie
  • brouwen