Tegenwoordige tijd van het werkwoord bezwijken

infinitivus - infinitiefinfinitive
bezwijken
Bol.com Outlet
Bol.com Algemeen
presens - tegenwoordige tijdpresent tense
ik
  • bezwijk
 
  • bezwijk jij/je?
jij, je
  • bezwijkt
u
  • bezwijkt
hij
zij, ze
het
men
  • bezwijkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • bezwijken