onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord bevriezen
infinitivus
- infinitief
infinitive
bevriezen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
bevries
bevries jij/je?
jij, je
bevriest
u
bevriest
hij
zij, ze
het
men
bevriest
zij, ze
wij, we
jullie
bevriezen