Alle vervoegingen van het werkwoord beschieten

infinitivus - infinitief infinitive
beschieten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • beschiet
 
  • beschiet jij/je?
jij, je
  • beschiet
u
  • beschiet
hij
zij, ze
het
men
  • beschiet
zij, ze
wij, we
jullie
  • beschieten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • beschoot
zij, ze
wij, we
jullie
  • beschoten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • beschoten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • beschietend
vertaling english translation
  • to shoot at
  • to fire upon