onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord behouden
infinitivus
- infinitief
infinitive
behouden
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
behou
behoud
behou jij/je?
behoud jij/je?
jij, je
behoudt
u
behoudt
hij
zij, ze
het
men
behoudt
zij, ze
wij, we
jullie
behouden