Alle vervoegingen van het werkwoord afbieden

infinitivus - infinitiefinfinitive
afbieden
Bol.com Outlet
Bol.com Algemeen
presens - tegenwoordige tijdpresent tense
ik
  • bied af
 
  • bied af jij/je?
jij, je
  • biedt af
u
  • biedt af
hij
zij, ze
het
men
  • biedt af
zij, ze
wij, we
jullie
  • bieden af
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgordepresent tense
dat ik
  • afbied
dat jij, je
  • afbiedt
dat u
  • afbiedt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • afbiedt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • afbieden
imperfectum - verleden tijdpast tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • bood af
zij, ze
wij, we
jullie
  • boden af
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgordepast tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • afbood
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • afboden
participium - voltooid deelwoordpast participle
  • afgeboden
participium praesentis - onvoltooid deelwoordpresent participle
  • afbiedend