Alle vervoegingen van het werkwoord achteruitrijden

infinitivus - infinitief infinitive
achteruitrijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • rij achteruit
  • rijd achteruit
 
  • rij achteruit jij/je?
  • rijd achteruit jij/je?
jij, je
  • rijdt achteruit
u
  • rijdt achteruit
hij
zij, ze
het
men
  • rijdt achteruit
zij, ze
wij, we
jullie
  • rijden achteruit
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • achteruitrij
  • achteruitrijd
dat jij, je
  • achteruitrijdt
dat u
  • achteruitrijdt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • achteruitrijdt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • achteruitrijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • reed achteruit
zij, ze
wij, we
jullie
  • reden achteruit
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • achteruitreed
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • achteruitreden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • achteruitgereden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • achteruitrijdend
vertaling english translation
  • to drive in reverse
  • to drive backwards