Alle vervoegingen van het werkwoord aanrijden

infinitivus - infinitiefinfinitive
aanrijden
Bol.com Outlet
Bol.com Algemeen
presens - tegenwoordige tijdpresent tense
ik
  • rij aan
  • rijd aan
 
  • rij aan jij/je?
  • rijd aan jij/je?
jij, je
  • rijdt aan
u
  • rijdt aan
hij
zij, ze
het
men
  • rijdt aan
zij, ze
wij, we
jullie
  • rijden aan
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgordepresent tense
dat ik
  • aanrij
  • aanrijd
dat jij, je
  • aanrijdt
dat u
  • aanrijdt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • aanrijdt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • aanrijden
imperfectum - verleden tijdpast tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • reed aan
zij, ze
wij, we
jullie
  • reden aan
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgordepast tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • aanreed
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • aanreden
participium - voltooid deelwoordpast participle
  • aangereden
participium praesentis - onvoltooid deelwoordpresent participle
  • aanrijdend